Resonantie is volgens de natuurkunde de eigenschap dat bij bepaalde frequenties de afhankelijke grootheid sterk toeneemt (opslingert) bij gelijkblijvende sturende grootheid. Een ander kenmerk is dat een constructie nog even naklinkt, terwijl de bron al verwijderd is. Dit naklinken kan zowel akoestisch als elektrisch zijn.
Volgens Johan van de Gronden wordt dit fenomeen door ons mensenhart op zeldzame momenten ervaren. Als voorzitter van het Oude Muziek Festival (Utrecht), is het niet toevallig dat Johan juist deze, muzikale invalshoek kiest.

Comenius en Johan van de Gronden delen sterk de overtuiging dat artistieke bronnen als individueel unieke wegwijzers naar leiderschap kunnen fungeren. En dat zo’n wegwijzer soms een leven lang onverwacht blijft opduiken. Waarbij eigen maturiteit en levenservaring ervoor zorgen dat het concept of de interne beleving zich steeds wat meer ontvouwt. Als iets in jezelf resoneert, weet je dat je ‘er wat mee moet’, vroeg of laat.

Ich fürchte mich so vor der Menschen Wort.

Ich fürchte mich so vor der Menschen Wort.
Sie sprechen alles so deutlich aus:
Und dieses heißt Hund und jenes heißt Haus,
und hier ist Beginn und das Ende ist dort.

Mich bangt auch ihr Sinn, ihr Spiel mit dem Spott,
sie wissen alles, was wird und war;
kein Berg ist ihnen mehr wunderbar;
ihr Garten und Gut grenzt grade an Gott.

Ich will immer warnen und wehren: Bleibt fern.
Die Dinge singen hör ich so gern.
Ihr rührt sie an: sie sind starr und stumm.
Ihr bringt mir alle die Dinge um.

Rainer Maria Rilke

Ergens in de bovenbouw van het lyceum in een provinciestadje moet het gedicht voor het eerst in de ruimte hebben geklonken. Voorgedragen door een student Duits van de lerarenopleiding. Het was een beroemd gedicht van een broodmagere dichter, weet ik nog, met een vlassig puntbaardje, ergens uit het begin van de vorige eeuw. De woorden raakten me, maar ze vervlogen ook weer even snel als ze gekomen waren. Ik vergat ze. Tot de regels in mijn studententijd opnieuw werden verklankt op een langspeelplaat met gedichten van Rainer Maria Rilke. Het vinyl heb ik al lang niet meer, laat staan een platenspeler. Ik vergat opnieuw de woorden, maar niet de ervaring. Er was in het gedicht een spijker op zijn kop geslagen. Iets van: hoed je voor taal en werkelijkheid. Niet alles is in woorden te vangen.

Versnelling en vervreemding

Er ging een half mensenleven overheen voor ik het gedicht opnieuw tegenkwam, en zoals wel vaker als iets je onverhoeds raakt, was het op een ongebruikelijke plek, die van een strand aan de Spaanse Costa Blanca. Het kwam voor in een werkje van de Duitse socioloog, Hartmut Rosa, over beschikbaarheid. Rosa schreef een dik boek over resonantie, te dik voor aan het strand. Dus ik behielp mij met een kleinere, toegankelijke verhandeling over het onderwerp waar de professor uit Jena zich naar goede Duitse kritisch-sociologische traditie druk over maakt: de staat van onze vervreemding in de moderne wereld.
Vervreemding, Hegel, Marx, Weber, Habermas, een hele trits aan denkers had er zijn tong al op stuk gebeten. Waarom voelen we ons niet langer thuis in de wereld? Waarom komt deze ons zo vaak voor als onttoverd, betekenisloos of vijandig? Voor Rosa vormt de problematiek van ongebreidelde versnelling de kern van het moderne menselijke drama. Iets soortgelijk had Weber ook al beweerd.
Door het voortdurend uitstellen van ons geluk (een nieuwe auto, een nieuwe baan, een nieuwe partner, een nieuw huis) blijven we verweesd, vervreemd en onbevredigd achter. Rosa voegt daar nog aan toe dat de snelheid van de maatschappelijke en technologische veranderingen simpelweg niet meer is bij te benen. Het dictaat van economische groei in een wereld vol eindige grondstoffen leidt tot een ecologische ramp. De veranderingen in techniek en maatschappij gaan zo hard dat politici zwak en stuurloos overkomen in het van nature trage democratische proces. En op psychosociaal vlak tekent zich een ware burn-outepidemie af onder steeds jongere mensen, omdat ze niet langer kunnen voldoen aan de stapeling van eisen die aan hen wordt gesteld.

Rilke

Ich fürchte mich so vor der Menschen Wort, schrijft Rilke, ik ben zo bang voor het woord van de mensen, mensen die alles maar zelfverzekerd benoemen: huis, hond, begin, eind, hier, daar, zonder ironie of spot, sie wissen alles, was wird und war; / kein Berg is ihnen mehr wunderbar; / ihr Garten und Gut grenzt grade an Gott. De moderne mens kent, als een halve god, heden en toekomst, weet alles en verwondert zich nergens meer over. De dichter vraagt om meer afstand en bescheidenheid om de laatste strofe te besluiten met de verwijtende zin: Ihr bringt mir […] die Dinge um. De wereld wordt stom en spreekt niet langer, omgekomen in de beknelling van ons zakelijk begrip.

Rilkes gedicht sprong net zo van de pagina aan het strand, als het mij eerder had beroerd als tiener en later als student. Een kleine veertig jaar lang had ik een groot deel van mijn werkweek precies datgene gedaan waarvoor Rilke zo waarschuwde: doelen stellen, resultaten definiëren, activiteiten benoemen, middelen toewijzen, veranderplannen opstellen, aansporen, implementeren en rapporteren. Wie herkent niet het pad van de moderne executive? Veranderen zullen we, impact maken, verklaren, exact en concreet zijn.

Vertragen

Hartmut Rosa’s antwoord op die versnelling en de staat van toenemende vervreemding van de moderne mens is een zoektocht naar resonantie, een zeldzame toestand van vertraging waarin de wereld en de mensen om ons heen spreken. Waarin we voor even, juist wanneer we er níet naar op zoek zijn, een diepere betekenis ervaren, een verband, bijvoorbeeld met een landschap of een voorheen onbegrepen ander. Dat klinkt een tikje vaag en Rosa is er door menig zichzelf als harde wetenschapper beschouwende collega ook genadeloos voor neergesabeld. Maar ik denk dat hij iets heeft gezien. Zoals ook Rilke het treffend heeft verwoord. En zoals ik de poging van de Comenius leergangen ervaar om iets van een vrijplaats te creëren voor uitwisseling van ervaringen en gedachten waarbij we tenminste proberen om ons oordeel uit te stellen. Waarin we vertragen, beter leren luisteren, de mogelijkheid verkennen dat niet alles in management termen kan worden gevat, maar wijsheid in leiderschap wellicht iets te maken heeft met resonantie.
Rilkes woorden resoneerden bij mij toen als jonge student, en nu als inmiddels ervaren bestuurder. Ik denk dat ik toch maar eens de tijd moet nemen om die dikke pil van Rosa te lezen. De omvang ervan doet een omtrekkende beweging vermoeden. Onthaast en tastend naar een beter begrip van onze tijd.

Biografie:

Johan van de Gronden (1963) is filosoof, auteur, toezichthouder en bestuurder. Hij werkte onder meer voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties en het Wereld Natuur Fonds (waar hij tien jaar leiding aan gaf). Hij is momenteel directievoorzitter van KWF Kankerbestrijding, voorzitter van het Oude Muziek Festival (Utrecht), voorzitter van het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving, bestuurslid van DOB Ecology en moderator van Comenius’ European Values Leadership leergang.

Lees meer over Comenius’ European Values Leadership of de andere leergangen.

Deze tekst verscheen eerder als Lecture Spirituelle.

Verder praten over dit artikel? Neem contact op met Team Leiderschapsontwikkeling via  033 – 422 99 29 of mail naar info@comeniusleergang.nl.
Meteen een telefonische kennismaking inplannen kan hier.

Advies gesprek inplannen

Heeft u vragen en wilt u graag terug worden gebeld door een van onze adviseurs?