Professor Gerda van Dijk is al enige tijd verbonden aan Comenius als spreker bij uiteenlopende maatwerkprogramma’s. We hebben haar gevraagd inzicht te geven in de organisatiecontext van de Europese Unie. Het resultaat leest u in de treffende column hieronder.

De Europese Unie: diversiteit, dialoog en leiderschap

De Europese Unie (EU) heeft zich in de afgelopen 65 jaar ontwikkeld tot een politieke, sociale en economische wereldmacht zonder dat er één duidelijk leider is aan te wijzen. Met ca. 495 miljoen inwoners en 28 lidstaten met grote verschillen in economische, sociale, culturele en politieke kenmerken is EU synoniem aan diversiteit. Dit maakt de EU vanuit ‘leiderschap’ gezien tot een interessant fenomeen: de EU gaat uit van diversiteit en hanteert dialoog als werkwijze.¹

Ik wil dit illustreren aan de hand van de EU als wetgever. Onder de EU-wetgeving vallen richtlijnen, verordeningen en beschikkingen. Voorbeelden zijn het mededingingsrecht, maar ook normstelling en kwaliteitseisen voor producten, diensten, werkprocessen en werkomstandigheden. Los van de politieke discussie of de ‘Europeanisering’ nu een gewenste of ongewenste ontwikkeling is, feit blijft dat de EU markten, branches en individuele organisaties beïnvloedt op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Nationale wetgeving is ondergeschikt aan de Europese wetgeving. Als het op EU-niveau is vastgelegd, moeten de lidstaten volgen. Deze doorwerking maakt dat Brusselse wetten en regels ons land veranderen. Bijvoorbeeld de Habitatrichtlijn werkt door in onder andere het archeologisch onderzoek, de aanleg van bedrijfsterreinen en de bescherming van broedplaatsen. Er is bijna geen binnenslands geldende wet of regel die niet de sporen van Brussel draagt. Wat we ook van de EU vinden, het raakt ons allemaal als werkgever, werknemer en burger.

Tegelijkertijd biedt de EU verschillende mogelijkheden voor beïnvloeding. Europese wet- en regelgeving start bij de Europese Commissie (EC). Als wetgever vindt de EC het belangrijk de belanghebbenden, de ‘civil society’, te betrekken. Elk beleidsvraagstuk, nieuwe wet- of regelgeving, heeft een dossierregisseur, een zogenaamde ‘chef de dossier’. Deze ambtenaar werkt veelal met een expertcomité bestaande uit experts die zoveel mogelijk alle tegengestelde belangen vertegenwoordigen en tegelijkertijd aan tafel zitten. Ze zijn afkomstig van koepelorganisaties, Europese Federaties, nationale ministeries en lagere overheden tot bedrijven en ngo’s (niet-gouvernementele organisaties). De ‘chef’organiseert een dialoog waarbij iedereen aan tafel met elkaar eerst het probleem definieert en vervolgens de gedeelde oplossing. Deze oplossing wordt omgezet in een juridische tekst die na akkoord door de EC wordt ingediend als wetsvoorstel ter besluitvorming aan de Raad en het Europese Parlement.
Deze werkwijze betekent dat elk land, brancheorganisatie, ngo of organisatie c.q. groepering die een achterban heeft en een belang vertegenwoordigt, door middel van beïnvloeding en lobby de agendering en de uitkomst kan beïnvloeden.

Er liggen voor Nederlandse sectoren, publieke, non-profit en profit organisaties en andere belangengroeperingen dan ook grote belangen én mogelijkheden in Brussel. Belangen en mogelijkheden die niet als vanzelfsprekend allemaal door ‘Den Haag’ worden behartigd of opgepakt. Bestuurders, toezichthouders en leidinggevenden, verantwoordelijk voor strategische, tactische en/of operationele vraagstukken, moeten dan ook een inschatting kunnen maken van de mogelijke kansen en bedreigingen die de Europese wetgeving biedt voor de eigen organisatie. Het is aan de belanghebbenden zelf om de geboden ruimte in te invullen en de mogelijkheden te gebruiken. Dit vraagt van bestuurders, toezichthouders en leidinggevenden dat zij de ontwikkelingen in Brussel en de EU zien als een cruciale factor en dat zij als vanzelfsprekend een rol vervullen in de dialoog op Europees niveau. Immers, de belangen zijn te groot om over te laten aan ‘Brussel’.

¹ Van Dijk G.M. & E.J.P. van Loon (2019). European Commission: Leading diversity by dialogueIn: Koonce, R. & E.J.P. van Loon (2019). Leadership Challenges: on the importance of dialogue. IAP Information Age Publishing, p. 125-138.

Mevrouw prof. dr. Gerda M. van Dijk, directeur van het Zijlstra Center for Public Control, Governance & Leadership (VU), hoogleraar Publiek Leiderschap (VU), zelfstandig consultant en spreker in uiteenlopende Comenius maatwerkprogramma’s.

Advies gesprek inplannen

Heeft u vragen en wilt u graag terug worden gebeld door een van onze adviseurs?